dec 2019 Zelfdoding en preventie
In Vlaanderen vinden er elke dag gemiddeld drie zelfdodingen en 28 zelfmoordpogingen plaats. In onze politiezone betreuren we jaarlijks tussen de zes en tien zelfdodingen en een honderdtal pogingen tot zelfdoding.
Vrouwen ondernemen vaker pogingen, maar het zijn vooral mannen die hun leven daadwerkelijk beëindigen. De Vlaamse (en bij uitbreiding Belgische) cijfers zijn hoog ten opzichte van de Europese landen, en in het bijzonder ten opzichte van Nederland. Het beperkte onderzoek dat in dit verband gebeurde, geeft als verklaring dat het taboe op het zoeken van psychische hulp in Vlaanderen een stuk groter is. Hoe je jezelf of anderen kan helpen, zetten we graag op een rijtje.
Zelfdoding of zelfmoordgedachten hebben nooit slechts één oorzaak, maar ontstaan door een wisselwerking van factoren. Voorbeelden zijn:
- Het hebben van een psychische aandoening (bv. een depressie, eetstoornis, verslaving);
- Persoonlijkheidskenmerken (bv. een negatief zelfbeeld, impulsiviteit);
- Het meemaken van negatieve levenservaringen (bv. het verlies van een geliefde, werkloosheid, geconfronteerd worden met pesten, discriminatie, geweld of misbruik);
- Sociale factoren (bv. het ontbreken van steun van vrienden of familie);
- Het hebben van een somatische aandoening (bv. een medische aandoening die chronische pijn veroorzaakt);
- Genetische en biologische factoren (bv. een verminderde serotonerge werking).
Ik ben bezorgd om iemand uit mijn omgeving, hoe kan ik helpen?
Mensen gaan zelden impulsief over tot zelfdoding. Meestal lopen ze al maanden of jaren rond met zelfmoordgedachten en kan een bepaalde gebeurtenis leiden tot het breken van de laatste weerstand. Er zijn verbale en non-verbale signalen die erop kunnen wijzen dat iemand gedachten aan zelfdoding heeft. Het kan hierbij gaan om verbale boodschappen zoals “Het is beter als het gedaan is.” en “Ik zie het niet meer zitten.”. Gedragsmatige signalen hebben betrekking tot het isoleren van zichzelf, verandering in gebruik van alcohol en/of medicatie, slaapproblemen, angst, hopeloosheid, boosheid en roekeloosheid.
Ken je iemand uit je omgeving die deze signalen vertoont? Dan is het belangrijk dat je het gesprek aangaat en dat je durft te praten over zelfdodingsgedachten. Een gesprek alleen al kan de drang om zichzelf iets aan te doen verminderen. Het is belangrijk dat je begrip toont voor de gevoelens van deze persoon en dat je luistert zonder te oordelen. Bovendien kan je de persoon aanmoedigen om contact te zoeken met gespecialiseerde hulp, zodat de achterliggende problematiek ook de nodige aandacht krijgt. Wat je beter niet doet, is het minimaliseren van de problemen, het onmiddellijk aanreiken van oplossingen, de persoon schuldgevoel aanpraten of beloven dat je alle problemen kan oplossen.
Ik heb zelf hulp nodig
Wil je je eigen gedachten onder controle krijgen, maar weet je niet hoe? Hieronder vind je enkele tips om met zelfmoordgedachten om te gaan en om jezelf te beschermen:
- Let op voor signalen: het hebben van zelfmoordgedachten heeft vaak een impact op je gedrag. Wees daarom alert voor veranderingen in je gedrag, zoals bijvoorbeeld slecht slapen, minder onder de mensen komen, niet kunnen concentreren op werk of school, meer alcohol drinken en/of roken, veel piekeren over zelfmoord en verlies van interesse in dingen die je anders wel leuk vindt.
- Zoek afleiding: om te vermijden dat je begint te piekeren, kan je proberen om je gedachten te verzetten. Dit kan je bijvoorbeeld doen door naar een film te kijken, te sporten, met je hond te gaan wandelen, een uitgebreid bad te nemen,… Daarnaast kan je ook dingen met anderen gaan doen, zoals terrasjes met vrienden doen of op bezoek gaan bij familie.
- Praat erover: praten lucht op. Het kan erg moeilijk lijken om met iemand over zelfmoordgedachten te praten, maar dit kan wel het verschil maken. Je kan praten met iemand uit je omgeving, zoals een vriend, familielid, leerkracht of collega. Als je dit niet durft, kan je contact opnemen met de anonieme hulplijn Zelfmoordlijn 1813.
- Zoek hulp: alleen met je zelfmoordgedachten blijven zitten, is geen goed idee. Je kan altijd hulp inschakelen. Hiervoor kan je zowel in je omgeving terecht als bij een professionele hulpverlener.
- Vermijd alcohol en drugs: verdovende en stimulerende middelen kunnen de drempel tot zelfdoding verlagen omdat het je relativeringsvermogen aantast. Daarnaast kan het je impulsiever of agressiever maken.
- Zoek geen gevaarlijke plaatsen op: vermijd zo veel mogelijk plaatsen waar je zelfmoord kan plegen. Zorg daarnaast dat je zo weinig mogelijk alleen bent.
- Sluit jezelf niet op: zorg dat de hulpdiensten makkelijk bij jou kunnen geraken als het nodig is.
- Zoek professionele hulp: hierop kan je beroep doen als je je niet goed in je vel voelt en je vreest dat je er niet zelf uit zal geraken. Voor professionele hulp kan je onder andere terecht bij je huisarts, een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) en een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW). Als jongere kan je ook terecht bij het Jongeren Advies Centrum (JAC) of het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB).
Zelfmoordlijn 1813 zoekt vrijwilligers
De Zelfmoordlijn 1813 is een anonieme hulplijn voor iedereen die aan zelfdoding denkt of zich zorgen maakt om iemand. De noodlijn is doorlopend bereikbaar via telefoon, chat en e-mail en wordt beantwoord door deskundig opgeleide vrijwilligers. In 2018 werden in totaal 14 287 oproepen naar de Zelfmoordlijn beantwoord. Het is dan ook vanzelfsprekend dat er een voortdurende nood is aan nieuwe vrijwilligers.
Wil jij iets kunnen betekenen voor anderen en heb je een groot inlevingsvermogen? Beschik je over voldoende tijd en ben je bereid om deze te gebruiken om te luisteren naar mensen in nood? Dan is het beantwoorden van de Zelfmoordlijn misschien wel iets voor jou.
Om vrijwilliger te kunnen worden, moet je aan een aantal basisvereisten voldoen. Je moet 20 jaar of ouder zijn en je moet je tenminste voor een jaar kunnen engageren. Je kan zelf kiezen welk medium jou het beste ligt: telefoon, chat of e-mail. Vooraleer je aan de slag kan als vrijwilliger wordt er een uitgebreide opleiding voorzien, welke bestaat uit theorie- en praktijklessen. Hierbij leer je meer over signalen en gedrag tot zelfdoding en krijg je belangrijkste houdingen en vaardigheden voor crisishulpverlening aangeleerd. Wanneer je na de opleiding aan alle vereisten voldoet, kan je starten als vrijwilliger. Tijdens de beginperiode is dit met ondersteuning van een ervaren vrijwilliger en ook nadien zorgen vaste medewerkers voor een persoonlijke begeleiding.
Wie met vragen zit over zelfdoding of meer informatie wenst over het vrijwilligerswerk, kan terecht op www.zelfmoord1813.be.
Geraadpleegde bronnen: