sep 2017 Een veilige schoolomgeving, dat is het werk van iedereen!
Net als de voorgaande jaren houdt de politie extra verkeerstoezicht in de schoolbuurten, langs grote invalswegen en op drukke kruispunten in de zone. Buiten het gewone toezicht door de wijkagenten zal het extra toezicht gespreid worden over alle scholen in de hele zone en dit gedurende het hele schooljaar. In de donkere maanden is het bovendien extra belangrijk om je goed zichtbaar in het verkeer te begeven, door bijvoorbeeld een fluo-vestje te dragen en goede fietsverlichting te hebben.
Aandachtspunten
Een veilige schoolomgeving is niet alleen een zaak van de politie. De inspanning en aandacht van (groot)ouders, kinderen, jongeren en de scholen is hierbij ook onontbeerlijk. De aandachtspunten bij dit toezicht zijn te snel rijden, correct parkeren, gordeldracht, het juist gebruik van kinderzitjes en het rijgedrag van fietsers.
Veilige schoolomgeving
Dit toezicht kadert in de actie ‘Veilige schoolomgeving’. Door extra politiemensen in te zetten voor verkeerstoezicht, wil de politiezone de verkeersveiligheid van de schoolgaande kinderen verhogen. Er zal zowel preventief als repressief worden opgetreden.
Enkele tips voor als je kind alleen naar school fietst
Voor uitgebreide informatie verwijzen we graag naar de brochure ‘Fietsers en de wegcode’ van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid. Hieronder geven we een aantal tips en enkele algemene regels:
- Stippel vooraf samen de veiligste weg uit. Dit is niet noodzakelijk de kortste weg.
- Zorg dat je kind goed zichtbaar is. Een fluo-vestje en reflecterende strips zijn ideaal. Een fietshelm geeft extra bescherming bij een val.
- Als er een fietspad is, gebruik het dan in de aangegeven rijrichting. Is er geen fietspad, rijd dan rechts op de rijbaan.
- Als fietser heb je geen voorrang op oversteekplaatsen voor fietsers. Je moet wachten tot het veilig is om over te steken.
- Het zebrapad mag je niet al fietsend oversteken. Stap af en ga te voet.
- Is er geen oversteekplaats, kies dan een plaats waar je goed zichtbaar bent en waar je de voertuigen goed ziet aankomen.
- Leer je kind de arm uit te steken wanneer hij/zij moet afslaan en wanneer hij/zij moet inhalen of zijwaarts uitwijken.
- Zorg ervoor dat je kind zich goed bewust is van de dode hoek bij vrachtwagens. Zeg duidelijk dat hij/zij best achter de vrachtwagen wacht en niet naast de vrachtwagen. Dan sta je immers in de dode hoek en kan de chauffeur je onmogelijk zien.
- Zorg dat de fiets technisch volledig in orde is. Dit wil zeggen: aangepast aan de grootte van je kind en volledig uitgerust (ze hieronder) en goed onderhouden. De fiets heeft de juiste afmeting als je kind met de voeten de grond kan raken als hij/zij op de zadel zit.
- Maak je kind alert voor onverwachte hindernissen zoals het plots opengaan van een portier of een auto die uit een garage of parking rijdt.
- Hang de schooltas nooit aan het stuur. Dit brengt je uit evenwicht. Draag ze op je rug of zet ze op de bagagedrager.
Een volledig uitgeruste gewone fiets heeft:
- een bel (hoorbaar op 20 meter).
- twee goed functionerende remmen, één op het voorwiel en één op het achterwiel.
- één witte reflector vooraan.
- één rode reflector achteraan.
- aan elke kant van de pedalen gele of oranje reflectoren.
- op de spaken van de wielen minstens twee gele of oranje reflectoren of een witte reflecterende strook aan weerszijden van elke band.
Fietsverlichting
Vanaf het vallen van de avond tot het aanbreken van de dag, maar ook overdag indien de zichtbaarheid minder dan 200 meter bedraagt (bijvoorbeeld bij mist, hevige regen, …), moet je als fietser zowel vooraan (wit of geel) als achteraan (rood) met verlichting rijden. Het rode achterlicht moet 's nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn op een afstand van minstens 100 m. De lichten mogen knipperen. Ze moeten niet verplicht op je fiets zitten. Je mag ze ook op je kledij, rugzak of andere bagage bevestigen zolang ze duidelijk zichtbaar is voor andere weggebruikers.