sep 2016 Veilig met de fiets naar school
Studies tonen aan dat kinderen ongeveer vanaf de leeftijd van tien jaar alleen in het verkeer kunnen fietsen. Uiteraard speelt de opgedane ervaring van je kind een belangrijke rol. Veel hangt ook af van het traject. Je moet er als ouder vooral zeker van zijn dat je kind dit zelfstandig aankan. Kan je kind achter zich kijken en zijn arm uitsteken zonder uit te wijken? Kan hij de afstanden en snelheden van auto’s voldoende veilig inschatten? Is hij zich bewust van de gevaren?
Elke dag zijn in België negen jonge fietsers en voetgangers tussen vijf en achttien jaar betrokken bij een verkeersongeval. Vaak gebeuren de ongevallen op de terugweg van de school naar huis. Kinderen zijn meer ‘uitgelaten’ na een dag stilzitten en zijn dan dus minder aandachtig in het verkeer.
Enkele tips voor als je kind alleen naar school fietst
- Stippel vooraf samen de veiligste weg uit. Dit is niet noodzakelijk de kortste weg. Oefen dit traject enkele keren samen.
- Zorg dat je kind goed zichtbaar is. Een fluo-vestje en reflecterende strips zijn ideaal. Een fietshelm geeft extra bescherming bij een val.
- Als er een fietspad is, moet je het gebruiken in de aangegeven rijrichting. Is er geen fietspad, rijd dan rechts op de rijbaan. Fietsers jonger dan negen jaar mogen op het trottoir rijden op voorwaarde dat de wieldiameter van hun fiets niet groter is dan 50 centimeter.
- Als fietser heb je geen voorrang op oversteekplaatsen voor fietsers (afgebakend langs beide zijden met witte vierkanten). Je moet wachten tot het veilig is om over te steken. Is er geen oversteekplaats, leer je kind dan een plaats te kiezen waar het goed zichtbaar is en waar hij de voertuigen goed ziet aankomen.
- Op een zebrapad of de oversteekplaats voor voetgangers moeten voetgangers voorrang krijgen van alle bestuurders – ook van fietsers. Ben je met de fiets, stap dan af en maak gebruik van je voorrang als voetganger (met de fiets aan de hand). Als je een zebrapad overfietst heb je GEEN voorrang!
- Leer je kind de arm uit te steken als hij moet afslaan, als hij moet inhalen of zijwaarts uitwijken (als het mogelijk is).
- Zorg ervoor dat je kind zich goed bewust is van de dode hoek bij vrachtwagens. Leer hem om achter de vrachtwagen te wachten en niet naast de vrachtwagen. Dan staat hij immers in de dode hoek en kan de chauffeur hem onmogelijk zien.
- Zorg dat de fiets technisch volledig in orde is: aangepast aan de grootte van je kind en volledig uitgerust (zie hieronder) en goed onderhouden. De fiets heeft de juiste afmeting als je kind met de voeten de grond kan raken als hij op het zadel zit.
- Maak je kind alert voor onverwachte hindernissen zoals het plots opengaan van een portier of een auto die uit een garage of parking rijdt.
- Hang de schooltas nooit aan het stuur. Dit brengt je uit evenwicht. Draag ze op de rug of zet ze op de bagagedrager.
- Breng de juf of meester op de hoogte wanneer je kind voor het eerst alleen naar school fietst. Zo kan hij of zij ook een oogje in het zeil houden.
Een volledig uitgeruste gewone fiets heeft:
- Bel (hoorbaar op 20 meter)
- Twee goed functionerende remmen, één op het voorwiel en één op het achterwiel
- Eén witte reflector vooraan
- Eén rode reflector achteraan
- Aan elke kant van de pedalen gele of oranje reflectoren
- Op de spaken van de wielen minstens twee gele of oranje reflectoren of een witte reflecterende strook aan weerszijden van elke band.
- Wit of geel licht vooraan en rood licht achteraan zodra het donker begint te worden of als je niet meer duidelijk kunt zien tot op ongeveer 200m (bijvoorbeeld bij mist, hevige regen, …). De lichten mogen knipperen. Deze lichten mogen ook bevestigd worden op je kledij, bagage, lichaam, … in plaats van op de fiets.
Bronnen