jul 2024 Wat doen bij een verkeersongeval?
Een verkeersongeval is snel gebeurd. Op dat ogenblik ben je vaak de kluts even kwijt. Moet ik de politie bellen? Mag ik mijn voertuig verplaatsen? Wat als je vermoedt dat de andere bestuurder onder invloed is? … We zetten voor jou even op een rij wat je best doet als je een verkeersongeval meemaakt.
Er zijn geen gewonden
Als er geen verzwarende omstandigheden zijn en er zijn geen gewonden, is het niet nodig om de politie te bellen. Als alle betrokken partijen akkoord zijn om het ongeval onderling of via tussenkomst van de verzekering te regelen, vul je samen het Europees Aanrijdingsformulier in. Dit formulier bezorg je zo snel mogelijk aan je verzekeringsmaatschappij. Je kan dit formulier op papier invullen, maar je kan dit ook via de app Crashform of Assisto op je smartphone online invullen, foto’s toevoegen en naar je verzekeringsmaatschappij verzenden. Onderteken dit formulier alleen als je volledig akkoord bent met de inhoud. Ga je niet akkoord, verwittig dan de politie om de nodige vaststellingen te doen en een proces-verbaal op te maken.
Verzwarende omstandigheden zijn er als er een vermoeden is dat één van de partijen onder invloed van alcohol of drugs is of geen geldig rijbewijs of verzekeringsbewijs kan voorleggen. In dit geval bel je de politie op het noodnummer 112 en vermeld dit ook.
Gaat het om een klein ongeval zonder bekende tegenpartij omdat de dader vluchtmisdrijf pleegde zoals bijvoorbeeld een aanrijding op een parking, een spiegelongeval, … dan kan je dat in één van onze kantoren komen aangeven. Hiervoor moet je een afspraak maken.
Wil je toch politie ter plaatse? Bel dan het nummer 014 56 47 00. De politie komt ter plaatse en helpt je dan bij het invullen van het Europees Aanrijdingsformulier en registreert het ongeval op een vereenvoudigd proces-verbaal. Dat is een officieel document dat, in normale omstandigheden niet aan het Parket wordt overgemaakt, maar zij kunnen dit altijd opvragen. Dit type van ongevallen zijn niet-dringende interventies. Hou er rekening mee dat op drukke ogenblikken andere, meer dringende interventies voorrang krijgen. Het kan dus zijn dat je een tijdje moet wachten.
Er zijn gewonden of een dodelijk slachtoffer
Zijn er gewonden bij een verkeersongeval of is er een dodelijk slachtoffer, dan moet je altijd de politie verwittigen. Dit kan via het noodnummer 112. Zij beoordelen welke hulpdiensten ter plaatse moeten komen en verwittigen ook de politie. Een interventieploeg komt naar de plaats van het ongeval, doet de nodige vaststellingen en noteert deze in een proces-verbaal dat aan het Parket wordt overgemaakt.
Voertuig verplaatsen of net niet?
Als er geen gewonden zijn, moet je de rijbaan zo snel mogelijk vrijmaken voor het andere verkeer. Maar teken eerst met een stuk krijt op de rijbaan af waar de voertuigen stonden op het moment van het ongeval. Neem ook enkele foto’s met je smartphone en maak samen met de andere bestuurder een schets van de toestand. En verplaats pas daarna je voertuig. Kan je voertuig niet meer verplaatst worden, zet dan je knipperlichten aan en plaats de gevarendriehoek op ongeveer 30 meter van je auto op een gewone weg en op 100 meter op autosnelwegen. Als er gewonden zijn, laat dan de voertuigen staan.
Fluohesje?
Een fluohesje is net zoals een gevarendriehoek, een verbanddoos en een brandblusser wettelijk verplicht. De wet legt slechts één fluohesje op, maar je voorziet er best voor elke passagier één. Je moet een fluohesje aandoen als je door pech of een ongeval terechtkomt op een plaats waar je niet mag stoppen of parkeren. Best dat niet alleen de bestuurder, maar ook alle passagiers een hesje aandoen in dat geval. Bij een ongeval ga je best allemaal achter de vangrail staan als je op de hulpdiensten wacht.
Buitenland?
Het Europees aanrijdingsformulier wordt in alle EU-lidstaten, Zwitserland en een aantal landen rond de Middellandse Zee gebruikt en is in al deze landen identiek. Het noodnummer 112 is het Europees noodnummer voor dringende hulp en kan je in alle 27 lidstaten van de Europese Unie (EU), maar ook in een paar landen buiten de EU zoals Zwitserland en Zuid-Afrika gebruiken. In de meest EU-landen kan je Engels praten met de plaatselijk alarmcentrale.
Documenten
Als je met je wagen op pad bent, moet je een aantal documenten altijd bij je hebben:
- Inschrijvingsbewijs van je voertuig
- Gelijkvormigheidsattest
- Verzekeringsbewijs (in sommige landen is dit nog verplicht op papier)
- Keuringsbewijs
Naast deze documenten in verband met je voertuig, moet je ook altijd je identiteitskaart en rijbewijs op zak hebben. We raden ook aan om een blanco Europees Aanrijdingsformulier in je voertuig te leggen.